veilig Werken langs de weg

Werken langs de (snel)weg brengt specifieke risico’s met zich mee. Daarom plaatsen we weg afzettingen. Dat doen we met verkeerskegels (pylonen). Met geleidebakens (schildjes). Of met een barrier van staal of beton.

 

Risico's
Wat kan er gebeuren?

  • Je kunt worden aangereden.
  • Je kan de weggebruikers in gevaar brengen.
  • Je kan een boete krijgen.
  • Andere weggebruikers kunnen je volgen het werkvak in of de bouwplaats op.

 

Maatregelen
Wat moet je doen?

Bij het in- en uitrijden van de afzetting:

  • Gebruik een geel/oranje zwaailamp op het dak (360˚ zichtbaar).
  • Zorg ervoor dat het bordje ‘Werkverkeer’ goed zichtbaar is aan de achterkant van de auto.
  • Geef duidelijk en op tijd richting aan.
  • Verminder je snelheid.
  • Zie onderstaande afbeelding voor juiste handelswijze.
  • Houd rekening met de veiligheid van het verkeer.
  • Veroorzaak geen hinder voor het verkeer.
  • Plaats de ontheffing zichtbaar achter de voorruit.
  • Gebruik de ontheffing alleen voor je werkzaamheden. Let op de extra instructies op de ontheffing.
  • Voeg niet in bij slecht zicht (zoals mist, sneeuwval of andere omstandigheden die het zicht beperken).
  • Draag altijd de juiste PBM’s.
  • Bij gebruik van vluchtstrook mag de snelheid maximaal 50 km/h zijn en het verschil met ander verkeer maximaal 20 km/h indien het verkeer langzamer rijdt dan 70km/h.

 

Bij het werken binnen een afzetting/bouwplaats:

  • Kom niet in de veiligheidsruimte, houd je aan de afstanden in de afbeelding onderaan de tekst.
  • Eenmaal binnen de afzetting: rijd stapvoets. En doe de geel/oranje zwaailamp uit.
  • Voer normale verlichting en zet je alarmlichten aan als je rijdt. (Bij werkzaamheden op onderliggend wegennet moet je in plaats van alarmlichten je zwaailamp aan hebben).
  • Parkeer je voertuig op de aangegeven locatie.
  • Bij parkeren is alle verlichting uitgeschakeld.
  • Draag signalerende kleding.
  • Verander nooit zelf de aangebrachte verkeersmaatregelen.
  • Let op rijdende voertuigen in de afzetting. Blijf zelf zichtbaar. En maak contact met de bestuurder.
  • Werk je achter een barrier? Houd dan rekening met een veilige afstand tussen jezelf en de barrier.
  • Zijn er kegels omgereden, zet ze niet zelf terug.

Veiligheidsruimte bij wegwerkzaamheden

Introductie

De plaats waar we aan het werk zijn wordt de bouw- of werkplaats genoemd. In het ene geval is de bouw- of werkplaats een afgesloten terrein, geheel gelegen buiten het verkeer. In het andere geval ligt de bouw- of werkplaats geheel of gedeeltelijk in of naast het verkeer. Om er dan voor te zorgen dat men veilig kan werken worden tijdens de uitvoering van de werkzaamheden tijdelijke verkeersmaatregelen toegepast. Tijdens deze instructie besteden we aandacht aan de veiligheidsruimte / vrije ruimte bij het werken op, aan of langs de openbare weg.

 

Risico's > Wat kan er gebeuren?

Eén van de belangrijkste risico's bij het werken langs de weg komt door het verkeer dat op de weg rijdt waar wij aan het werk zijn. Een wegwerker kan bijvoorbeeld slachtoffer worden van een ongeval worden doordat:

  1. Een weggebruiker niet of te laat ziet dat we aan het werk zijn en daardoor het werkvak inrijdt;
  2. Er een aanrijding plaats vindt naast of vlak bij het werkvak, waardoor er materialen het werkvak in slingeren;
  3. Je als wegwerker per ongeluk het verkeer in stapt.

 

Maatregelen > Wat moet je doen?

Voor de veiligheid van de wegwerker en het verkeer wordt rondom de werkruimte een extra ruimte vrij gehouden. Die extra ruimte wordt de 'veiligheidsruimte' of 'vrije ruimte' genoemd. 

 

Afbeelding 1

afbeelding 2

Bespreek het met je collega’s

Ga met elkaar in gesprek over het volgende:

  1. Lukt het jou altijd om uit de veiligheidsruimte / vrije ruimte te blijven tijdens het werk?

  2. Is er voldoende werkruimte om :
  • Het werk uit te voeren?
  • Materialen en materieel te stallen?
  • langs machines te kunnen lopen?

 

Bij twijfel altijd overleggen met je leidinggevende!