Algemene voorschriften

Veilig werken begint bij jezelf. Als medewerker ben je verplicht om voorzichtig en zorgvuldig te werken. En ben je verantwoordelijk voor je eigen veiligheid én die van je collega’s. Daarom werken we volgens vaste voorschriften en regels.

 

Voordat je begint

  • Parkeer op de daarvoor aangewezen parkeerplaatsen. Houd rekening met parkeren op openbare parkeervoorzieningen in verband met overlast voor de directe omgeving van het project.
  • Meld je bij de start van een project bij je leidinggevende. Zorg dat je altijd een geldig identiteitsbewijs bij je hebt (paspoort of ID-kaart).
  • Volg de aangegeven loop- en rijroutes binnen het project.
  • Neem de regels en de ontruimingsprocedure van de project locatie door (dit kan een veiligheidsfilm zijn).
  • Gebruik altijd de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen en onderhoud deze goed.
  • Controleer voor gebruik of het materieel/gereedschap gekeurd is. Er moet een geldige keuringssticker op zitten.
  • Op sommige projecten geldt een aan- en afmeldprocedure. Volg deze indien van toepassing.

 

Tijdens het werk

  • Gebruik en onderhoud de aangebrachte veiligheidsvoorzieningen op de juiste manier en verander of verwijder deze nooit.
  • Telefoongebruik tijdens je werkzaamheden kan leiden tot gevaarlijke situaties. Gebruik je telefoon niet tijdens het bedienen van (elektrische) gereedschappen en (berijden) van machines/werktuigen. Móet je bellen tijdens je werkzaamheden? Zorg dan dat je op een veilige plek staat. Breng ook anderen niet in gevaar. En let goed op je omgeving.
  • Rook alleen op plekken waar dat mag. Roken mag sowieso niet op de werkplek, in de schaftruimte of op kantoor.
  • Onder invloed zijn van drank of drugs op het werk is ten strengste verboden. Meld het gebruik van medicijnen bij je uitvoerder en collega’s zodat zij je kunnen helpen mocht het nodig zijn.
  • Houd je ook op projectlocaties aan de wegenverkeerswet; respecteer de verkeersregels en houd je aan de maximumsnelheid. Parkeer alleen op plekken waar dat mag.
  • Houd de werkplek, schaftgelegenheden, kantines en toiletruimtes schoon en opgeruimd. Op het werk terrein/-plek mogen geen afval of rest materialen achterblijven.
  • Houd toegangswegen op het project en naar je werkplek schoon.
  • Beperk je hoeveelheid afval. Scheid het afval en doe het in de juiste container of afvalbak. Afval verbranden mag nooit.
  • Ruim gemorst afval direct op met passende middelen. Mors je stoffen die schadelijk zijn voor mens en milieu? Meld het dan aan je leidinggevende.
  • Voorkom lekkages van olie en brandstof.
  • Laat machines of materieel niet onnodig en onbeheerd draaien.
  • Laat de verwarming en verlichting niet onnodig branden.
  • Maak geen onnodig lawaai tijdens je werk.
  • Voorkom schade aan flora & fauna
  • Voer reparaties, onderhoud en schoonmaakwerk uit op de aangewezen plek. Gebruik de voorgeschreven middelen en voorzieningen.

 

Na het werk

Ruim het werkterrein altijd op; sla materialen en gereedschappen op de juiste plek en manier op en sluit de bouwplaats goed af.

 

Jonger dan 18?
Dan gelden voor jou speciale, strenge regels. Je mag niet al het werk zomaar doen. Ook gelden voor jou aparte werk- en rusttijden.

Ben je 15 jaar? Dan mag je alleen werken onder permanent toezicht van je leidinggevende. Ben je 16 of 17 jaar? Ook dan moet je leidinggevende regelmatig toezicht houden.